Spionnenspel

Gegevens spel

• Leeftijd: vanaf 7 jaar
• Aantal: 12+
• Terrein: Bos, heuvelachtig terrein,...
• Leider: 1 spelleider + 1 leider per groep
• Duur: 60min+ (meestal 3 rondes van elk ongeveer 20min)

Materiaal

• Afzetlint
• Spionnenspel kaarten
• Schat (pakje Sugus, ... => 1 per groep)

Voorbereidingen

Voordat het spel begint, moeten alle gevangenissen worden gemarkeerd met afzetlint. De schatten moeten worden klaargelegd en de spionnenspelkaarten moeten beschikbaar zijn.

Spelprocedure

• De kinderen worden eerst in groepen verdeeld, die redelijk eerlijk moeten zijn.
• Elke groep krijgt een gevangenis toegewezen en de bijbehorende spionnenspelkaarten (een set met kleuren). De schat mag natuurlijk niet ontbreken.
• Deze kaarten kunnen nu worden verdeeld over de groepjes. Het beste is om de kinderen gewoon een kaart te laten trekken. Overgebleven kaarten moeten ook verdeeld worden.
• Nu wordt de schat die werd uitgedeeld verstopt. (Zie bijlage voor spelregels)
• Zodra de spelleider het spel start, kunnen de kinderen uit hun gevangenis vertrekken. Het doel is nu om naar de andere gevangenissen te gaan en elkaars schat te vinden.
• De kinderen mogen elkaar natuurlijk betrappen. Zodra iemand een ander heeft gecontroleerd, mogen ze een van hun kaarten kiezen. Als dit is gebeurd, worden de kaarten getoond op het commando: "één, twee, drie". (Zie addendum voor regels) De winnaar moet de verliezer naar de gevangenis van de winnaar brengen. De kaarten van de verliezer worden aan de winnaar gegeven.
• De gevangenen kunnen nu op zoek gaan naar de schat in het afgezette gebied. Maar je kunt ze ook weer bevrijden door ze een eerdere kaart te geven.
• Als er een schat is gevonden, kan de vinder naar de spelleider rennen en hem inleveren. De spelleider noteert welke groep de schat heeft gevonden.
• De groep die de meeste schatten heeft gevonden wint.

Regels

Bij het verstoppen van schatten:

• De schat mag niet meer dan 2 meter van de gevangenis verstopt worden.
• De schat mag niet verder dan 2 meter van de grond verborgen worden.
• Je moet minstens een gebied van vijf frank (ongeveer 3 cm in diameter) van de verborgen schat kunnen zien.
• Spelers mogen niet naar elkaars kaarten kijken.
• De kaart moet worden gekozen voordat hij wordt getoond.
• Als beide spelers dezelfde kaart hebben, gaan ze uit elkaar en moeten ze eerst een andere kaart pakken om dezelfde kaart weer te kunnen pakken.

Bij het tonen van kaarten:

• Muis (1) wint tegen olifant
• Aap (2) wint van muis
• Gazelle (3) wint van aap en muis
• Zebra (4) wint van gazelle, aap en muis
• Olifant (5) wint van zebra, gazelle en aap(niet van muis!)

Einde van het spel

Het spel eindigt als de spelleider het spel stopt of als alle schatten zijn gevonden.

Bronnen

• Spionnenspel kaarten.doc: Andi Dolf
• Spionnenspel kaarten.pdf: Andi Dolf

Afbeeldingscredits

• Foto omslag: © Curdin Badertscher / Jungschar Pfiff Landquart